Skip site navigation (1)Skip section navigation (2)
Date:      Fri, 30 Oct 2015 12:38:27 +0000 (UTC)
From:      Remko Lodder <remko@FreeBSD.org>
To:        doc-committers@freebsd.org, svn-doc-all@freebsd.org, svn-doc-translations@freebsd.org
Subject:   svn commit: r47706 - in translations/nl_NL.ISO8859-1/books/handbook: . advanced-networking
Message-ID:  <201510301238.t9UCcRhC015601@repo.freebsd.org>

next in thread | raw e-mail | index | archive | help
Author: remko
Date: Fri Oct 30 12:38:27 2015
New Revision: 47706
URL: https://svnweb.freebsd.org/changeset/doc/47706

Log:
  Update the book.xml file, many errors were resolved.
  Update the WIP advanced networking, pending review
  from myself.
  
  Submitted by:	Mike Snow B.V.
  Facilitated by:	Snow B.V.

Modified:
  translations/nl_NL.ISO8859-1/books/handbook/advanced-networking/chapter.xml
  translations/nl_NL.ISO8859-1/books/handbook/book.xml

Modified: translations/nl_NL.ISO8859-1/books/handbook/advanced-networking/chapter.xml
==============================================================================
--- translations/nl_NL.ISO8859-1/books/handbook/advanced-networking/chapter.xml	Fri Oct 30 11:22:37 2015	(r47705)
+++ translations/nl_NL.ISO8859-1/books/handbook/advanced-networking/chapter.xml	Fri Oct 30 12:38:27 2015	(r47706)
@@ -7,15 +7,23 @@
      %SOURCE%  en_US.ISO8859-1/books/handbook/advanced-networking/chapter.xml
      %SRCID%   41645
 -->
-<chapter xmlns="http://docbook.org/ns/docbook" xmlns:xlink="http://www.w3.org/1999/xlink" version="5.0" xml:id="advanced-networking">
-  <info><title>Geavanceerde netwerken</title>
+<chapter xmlns="http://docbook.org/ns/docbook"
+	xmlns:xlink="http://www.w3.org/1999/xlink" version="5.0"
+	xml:id="advanced-networking">
+  <info>
+    <title>Geavanceerde netwerken</title>
+
     <authorgroup>
-      <author><personname><firstname>René</firstname><surname>Ladan</surname></personname><contrib>Vertaald door </contrib></author>
+      <author>
+	<personname>
+	  <firstname>René</firstname>
+	  <surname>Ladan</surname>
+	</personname>
+	<contrib>Vertaald door </contrib>
+      </author>
     </authorgroup>
   </info>
 
-  
-
   <sect1 xml:id="advanced-networking-synopsis">
     <title>Samenvatting</title>
 
@@ -30,6 +38,10 @@
       </listitem>
 
       <listitem>
+	<para>Hoe USB tethering te configureren.</para>
+      </listitem>
+
+      <listitem>
 	<para>Hoe &ieee; 802.11- en &bluetooth;-apparaten te
 	  installeren.</para>
       </listitem>
@@ -39,28 +51,15 @@
       </listitem>
 
       <listitem>
-	<para>Hoe een schijfloze machine vanaf het netwerk op te
+	<para>Hoe een machine met <acronym>PXE</acronym> vanaf het netwerk op te
 	  starten.</para>
       </listitem>
 
       <listitem>
-	<para>Hoe opstarten met netwerk-PXE en een NFS-root-bestandssysteem te
-	  installeren.</para>
-      </listitem>
-
-      <listitem>
-	<para>Hoe Network Address Translation te installeren.</para>
-      </listitem>
-
-      <listitem>
 	<para>Hoe IPv6 op een &os;-machine te installeren.</para>
       </listitem>
 
       <listitem>
-	<para>Hoe ATM in te stellen.</para>
-      </listitem>
-
-      <listitem>
 	<para>Hoe de mogelijkheden van CARP, het Common Address
 	  Redundancy Protocol, aan te zetten en te benutten.</para>
       </listitem>
@@ -91,444 +90,350 @@
   </sect1>
 
   <sect1 xml:id="network-routing">
-    <info><title>Gateways en routes</title>
+    <info>
+      <title>Gateways en routes</title>
+
       <authorgroup>
-	<author><personname><firstname>Coranth</firstname><surname>Gryphon</surname></personname><contrib>Bijgedragen door </contrib></author>
+	<author>
+	  <personname>
+	    <firstname>Coranth</firstname>
+	    <surname>Gryphon</surname>
+	  </personname>
+	  <contrib>Bijgedragen door </contrib>
+	</author>
       </authorgroup>
     </info>
 
-    
 
-    <indexterm><primary>routing</primary></indexterm>
 
-    <indexterm><primary>gateway</primary></indexterm>
-
-    <indexterm><primary>subnet</primary></indexterm>
+    <indexterm>
+      <primary>routing</primary>
+    </indexterm>
+    <indexterm>
+      <primary>gateway</primary>
+    </indexterm>
+    <indexterm>
+      <primary>subnet</primary>
+    </indexterm>
 
-    <para>Indien een machine een andere machine over een netwerk wil
-      vinden, dient er een mechanisme te zijn dat beschrijft hoe van de
-      ene naar de andere machine te gaan.  Dit wordt
-      <firstterm>routen</firstterm> genoemd.  Een <quote>route</quote>
-      is een gedefinieerd adressenpaar: een <quote>bestemming</quote> en
-      een <quote>gateway</quote>.  Het paar geeft aan dat door deze
+    <para><firstterm>Routen</firstterm> is het mechanisme dat een
+      systeem toestaat een network pad naar een ander system te vinden.
+      Een <firstterm>route</firstterm> is een gedefineerd adressenpaar
+      dat een <quote>bestemming</quote> en een <quote>gateway</quote>
+      representeerd.  De route geeft aan dat door deze
       <emphasis>gateway</emphasis> gecommuniceerd moet worden om bij
-      deze <emphasis>bestemming</emphasis> aan te komen.  Er zijn drie
-      soorten bestemmingen: individuele host, subnetten en
-      <quote>standaard</quote>.  De <quote>standaardroute</quote> wordt
+      deze <emphasis>bestemming</emphasis> aan te komen.
+      Er zijn drie soorten bestemmingen: individuele host, subnetten en
+      <quote>standaardroute</quote>.  De <quote>standaardroute</quote> wordt
       gebruikt indien geen van de andere routes van toepassing zijn.
       Verderop wordt verder op standaardroutes ingegaan.  Er zijn ook
       drie soorten gateways: individuele hosts, interfaces (ook wel
-      <quote>verbindingen </quote> genoemd), en
-      Ethernet-hardware-adressen (MAC-adressen).</para>
+      <quote>verbindingen </quote> genoemd), en Ethernet-hardware-adressen
+      (MAC-adressen).  Bekende routes worden opgeslagen in een routing tabel.</para>
 
-    <sect2>
-      <title>Een voorbeeld</title>
+    <para>Deze sectie geeft een overzicht van routen fundamenten.  Het
+      demonstreerd hoe u een &os; systeem als een router configureerd en
+      biedt een aantal tips voor het oplossen van problemen.</para>
 
-      <para>Om de verschillende aspecten van routen te illustreren,
-	wordt het volgende voorbeeld van <command>netstat</command>
-	gebruikt:</para>
+    <sect2 xml:id="network-routing-default">
+      <title>Standaardroutes</title>
+
+      <para>Om de routing tabel van een &os; systeem te bekijken, gebruik
+	&man.netstat.1;:</para>
 
       <screen>&prompt.user; <userinput>netstat -r</userinput>
-Routing tables
+Routering tabellen
 
+Internet:
 Destination      Gateway            Flags     Refs     Use     Netif Expire
-
-default          outside-gw         UGSc       37      418      ppp0
+default          outside-gw         UGS        37      418       em0
 localhost        localhost          UH          0      181       lo0
-test0            0:e0:b5:36:cf:4f   UHLW        5    63288       ed0     77
+test0            0:e0:b5:36:cf:4f   UHLW        5    63288       re0     77
 10.20.30.255     link#1             UHLW        1     2421
 example.com      link#1             UC          0        0
 host1            0:e0:a8:37:8:1e    UHLW        3     4601       lo0
 host2            0:e0:a8:37:8:1e    UHLW        0        5       lo0 =&gt;
-host2.example.com link#1             UC          0        0
+host2.example.com link#1            UC          0        0
 224              link#1             UC          0        0</screen>
 
-      <indexterm><primary>standaardroute</primary></indexterm>
-
-      <para>De eerste twee regels geven de standaardroute (die behandeld
-	wordt in de <link linkend="network-routing-default">volgende
-	  sectie</link>) en de <systemitem>localhost</systemitem>-route aan.</para>
-
-      <indexterm><primary>teruglusapparaat</primary></indexterm>
-
-      <para>De interface (kolom <literal>Netif</literal>) dat deze
-	routeertabel aangeeft om voor <literal>localhost</literal> te
-	gebruiken is <filename>lo0</filename>, ook bekend als het
-	teruglusapparaat.  Dit geeft aan dat alle verkeer voor deze
-	bestemming intern gehouden moet worden, in plaats van het over
-	het LAN te sturen, aangezien het alleen aankomt op de plaats
-	waar het verzonden werd.</para>
-
-      <indexterm>
-	<primary>Ethernet</primary>
-
-	<secondary>MAC-adres</secondary>
-      </indexterm>
-
-      <para>Het volgende dat opvalt zijn de adressen die beginnen met
-	<systemitem class="etheraddress">0:e0:</systemitem>.  Dit zijn Ethernet-hardware
-	adressen, ook bekend als MAC-adressen.  &os; zal automatisch
-	elke host (<systemitem>test0</systemitem> in het voorbeeld) op het
-	lokale Ethernet identificeren en een route voor die host
-	toevoegen, direct van deze host over de Ethernet-interface,
-	<filename>ed0</filename>.  Er is ook een timeout (kolom
-	<literal>Expire</literal>) met deze routesoort geassocieerd,
-	die gebruikt wordt indien er binnen een bepaalde tijd geen
-	bericht komt van de host.  Indien dit gebeurt, wordt de route
-	naar deze host automatisch verwijderd.  Deze hosts worden
-	geïdentificeerd door middel van een mechanisme dat bekend
-	staat als RIP (Routing Information Protocol), dat routes naar
-	lokale hosts bepaald door middel van een kortste-pad
-	algoritme.</para>
-
-      <indexterm><primary>subnet</primary></indexterm>
-
-      <para>&os; zal ook subnetroutes voor het lokale subnet toevoegen
-	(<systemitem class="ipaddress">10.20.30.255</systemitem> is het
-	broadcast-adres voor het subnet
-	<systemitem class="ipaddress">10.20.30</systemitem>, en
-	<systemitem class="fqdomainname">example.com</systemitem> is de
-	domeinnaam die bij dat subnet hoort).  De aanduiding
-	<literal>link#1</literal> verwijst naar de eerste Ethernetkaart
-	in de machine.  Merk op dat voor hen geen aanvullende interface
-	is gespecificeerd.</para>
-
-      <para>Voor beide groepen (lokale netwerkhosts en lokale subnetten)
-	worden de routes automatisch ingesteld door een daemon genaamd
-	<application>routed</application>.  Indien dit niet draait,
-	zullen alleen routes die statisch gedefinieerd (i.e., expliciet
-	vermeld zijn) bestaan.</para>
-
-      <para>De regel met <literal>host1</literal> verwijst naar deze
-	host, het kent deze door het Ethernetadres.  Aangezien het de
-	zendende host is, weet &os; dat het de teruglus-interface
-	(<filename>lo0</filename>) moet gebruiken, in plaats van het
-	over de Ethernet-interface te verzenden.</para>
-
-      <para>De twee regels met <literal>host2</literal> geven een
-	voorbeeld van wat er gebeurt als een alias met &man.ifconfig.8;
-	gebruikt wordt (in de sectie over Ethernet staan redenen waarom
-	dit gedaan wordt).  Het symbool <literal>=&gt;</literal> na de
-	interface <filename>lo0</filename> zegt dat niet alleen de
-	teruglus gebruikt wordt (aangezien dit adres ook verwijst naar
-	de lokale host), maar specifiek dat dit een alias is.  Zulke
-	routes verschijnen alleen op de hosts die de alias ondersteunen;
-	alle andere hosts op het lokale netwerk vermelden simpelweg een
-	regel met <literal>link#1</literal> voor zulke routes.</para>
-
-      <para>De laatste regel (bestemming subnet
-	<systemitem class="ipaddress">224</systemitem>) heeft te maken met
-	multicasten, wat in een andere sectie besproken wordt.</para>
-
-      <para>Als laatste staan in de kolom <literal>Flags</literal>
-	verschillende attributen.  Hieronder staat een korte tabel met
-	enkele van deze vlaggen en hun betekenis:</para>
-
-      <informaltable frame="none" pgwide="1">
-	<tgroup cols="2">
-	  <colspec colwidth="1*"/>
-
-	  <colspec colwidth="4*"/>
-
-	  <tbody>
-	    <row>
-	      <entry>U</entry>
-
-	      <entry>Up: De route is actief.</entry>
-	    </row>
-
-	    <row>
-	      <entry>H</entry>
-
-	      <entry>Host: De bestemming van de route is een enkele
-		host.</entry>
-	    </row>
-
-	    <row>
-	      <entry>G</entry>
-
-	      <entry>Gateway: Stuur alles voor deze bestemming door naar
-		dit verre systeem, dat zoekt daar uit waar het verder
-		naar te sturen.</entry>
-	    </row>
-
-	    <row>
-	      <entry>S</entry>
-
-	      <entry>Statisch: Deze route was handmatig ingesteld, dus
-		niet automatisch door het systeem aangemaakt.</entry>
-	    </row>
-
-	    <row>
-	      <entry>C</entry>
-
-	      <entry>Kloon: Maakt op basis van deze route een nieuwe
-		route aan voor machines waarmee verbinding wordt
-		gemaakt.  Dit soort routes wordt gewoonlijk in lokale
-		netwerken gebruikt.</entry>
-	    </row>
-
-	    <row>
-	      <entry>W</entry>
-
-	      <entry>WasGekloond: Geeft aan dat een route automatisch
-		was ingesteld gebaseerd op een LAN (kloon)-route.</entry>
-	    </row>
-
-	    <row>
-	      <entry>L</entry>
-
-	      <entry>Verbinding: De route maakt gebruik van verwijzingen
-		naar Ethernet-hardware.</entry>
-	    </row>
-	  </tbody>
-	</tgroup>
-      </informaltable>
-    </sect2>
-
-    <sect2 xml:id="network-routing-default">
-      <title>Standaardroutes</title>
-
-      <indexterm><primary>standaardroute</primary></indexterm>
-
-      <para>Wanneer het lokale systeem een verbinding met een verre host
-	moet maken, controleert het de routeertabel op reeds bekende
-	paden.  Indien de verre host binnen een subnet valt waarvan
-	bekend is hoe het bereikt kan worden (gekloonde routes),
-	controleert het systeem of het met de daarbij behorende
-	interface verbinding kan maken.</para>
-
-      <para>Indien alle bekende paden falen, heeft het systeem
-	één laatste mogelijkheid: de
-	<quote>standaardroute</quote>.  Deze route is een speciaal soort
-	gateway-route (gewoonlijk de enig aanwezige in het systeem) en
-	is altijd gemarkeerd met een <literal>c</literal> in het
-	vlaggenveld.  Voor hosts op een LAN staat deze gateway ingesteld
-	op de machine die een directe verbinding met de buitenwereld
-	heeft (via een PPP-verbinding, DSL, kabelmodem, T1, of een ander
-	netwerkinterface).</para>
-
-      <para>Indien de standaardroute wordt ingesteld voor een machine
-	die zelf als gateway naar de buitenwereld werkt, zal de
-	standaardroute de gateway-machine van de internetprovider
-	zijn.</para>
-
-      <para>Hieronder volgt een voorbeeld van standaardroutes.  Dit is
-	een veelgebruikte opstelling:</para>
-
-      <mediaobject>
-	<imageobject>
-	  <imagedata fileref="advanced-networking/net-routing"/>
-	</imageobject>
-
-	<textobject>
-	  <literallayout class="monospaced">
-[Lokaal2]  &lt;--ether--&gt;  [Lokaal1]  &lt;--PPP--&gt; [IP-Serv]  &lt;--ether--&gt;  [T1-GW]</literallayout>
-	</textobject>
-      </mediaobject>
-
-      <para>De hosts <systemitem>Lokaal1</systemitem> en
-	<systemitem>Lokaal2</systemitem> staan op deze site.
-	<systemitem>Lokaal1</systemitem> is verbonden met een internetprovider
-	via een inbel-PPP-verbinding.  Deze PPP-server is door een LAN
-	verbonden met een andere gateway-computer door een externe
-	interface naar de Internet-feed van de internetprovider.</para>
+      <para>De vermeldingen in dit voorbeeld zijn als volgt:</para>
 
-      <para>De standaardroutes voor de machines zijn:</para>
+      <variablelist>
+	<varlistentry>
+	  <term>default</term>
+	  <listitem>
+	    <para>De eerste route in deze tabel geeft de
+	      <literal>default</literal> route aan.  Wanneer het lokale systeem
+	      moet verbinden met een externe host, controleert het systeem
+	      de routeringstabel om te bepalen of er een bekend pad bestaat.
+	      Als de remote host overeenkomt met een vermelding in de tabel,
+	      controleert het systeem om te zien of het verbinding kan maken met
+	      behulp van de in het item gespecificeerde interface.</para>
+
+	    <para>Als de bestemming niet overeenkomt met een regel, of als
+	      alle bekende paden falen, maakt het systeem gebruik van de
+	      vermelding voor de standaard route.  Voor hosts op een lokaal
+	      netwerk, het <literal>Gateway</literal> veld in de standaard
+	      route is ingesteld op het systeem dat een directe verbinding
+	      heeft met het Internet.  Bij het lezen van deze regel,
+	      controleer dan of de <literal>Vlaggen</literal> kolom aan geeft
+	      dat de gateway bruikbaar is (<literal>UG</literal>).</para>
+
+	    <para>De standaardroute voor een machine die zelf
+	      functionereerd als gateway naar de buitenwereld zal
+	      de gateway machine van de Internet Service Provider
+	      (<acronym>ISP</acronym>) zijn.</para>
+	  </listitem>
+	</varlistentry>
 
-      <informaltable frame="none" pgwide="1">
-	<tgroup cols="3">
-	  <thead>
-	    <row>
-	      <entry>Host</entry>
+	<varlistentry>
+	  <term>teruglusapparaat</term>
+	  <listitem>
+	    <para> De tweede route is de <literal>localhost</literal>
+	      route.  De interface opgegeven in de <literal>Netif</literal>
+	      kolom voor <literal>localhost</literal> is <filename>lo0</filename>,
+	      ook bekend als het teruglusapparaat.  Dit geeft aan dat alle
+	      verkeer voor deze bestemming intern gehouden moet worden, in
+	      plaats van het over het LAN te sturen.</para>
+	  </listitem>
+	</varlistentry>
 
-	      <entry>Standaard gateway</entry>
+	<varlistentry>
+	  <term>MAC-adres</term>
+	  <listitem>
+	    <para>De adressen die beginnen met <systemitem
+		class="etheraddress">0:e0:</systemitem> zijn
+	      <acronym>MAC</acronym> adressen.  &os; zal
+	      automatisch elke host, in het voorbeeld <systemitem>test0</systemitem>,
+	      op het lokale Ethernet identificeren en een route voor die host
+	      toevoegen, direct van deze host over de Ethernet-interface,
+	      <filename>re0</filename>.  Dit soort route heeft een timeout,
+	      gezien in de <literal>Expire</literal> kolom die wordt gebruikt
+	      als de host niet reageert binnen een bepaalde tijd.
+	      Wanneerdit gebeurt, zal de route naar de host
+	      automatisch verwijderd worden.  Deze hosts worden ge\xedentificeerd
+	      door middel van een machanisme dat bekend staat als (<acronym>RIP</acronym>)
+	      het Routing Information Protocol, dat routes berekent naar
+	      lokale hosts op basis van een kortste weg bepaling.</para>
+	  </listitem>
+	</varlistentry>
 
-	      <entry>Interface</entry>
-	    </row>
-	  </thead>
+	<varlistentry>
+	  <term>subnet</term>
+	  <listitem>
+	    <para>&os; zal automatisch subnetroutes voor het lokale subnet
+	      toevoegen.  In dit voorbeeld <systemitem
+		class="ipaddress">10.20.30.255</systemitem> is het
+	      broadcast-adres voor het subnet
+	      <systemitem class="ipaddress">10.20.30</systemitem>, en
+	      <systemitem class="fqdomainname">example.com</systemitem> is de
+	      domeinnaam die bij dat subnet hoort.  De aanduiding
+	      <literal>link#1</literal> verwijst naar de eerste Ethernetkaart
+	      in de machine.</para>
+
+	    <para>Voor lokale netwerkhosts en lokale subnetten voor
+	      de routes automatisch ingesteld door een daemon genaamd
+	      &man.routed.8;.  Indien dit niet draait,
+	      zullen alleen routes die statisch gedefinieerd (i.e., expliciet
+	      vermeld zijn) bestaan.</para>
+	  </listitem>
+	</varlistentry>
 
-	  <tbody>
-	    <row>
-	      <entry>Lokaal2</entry>
+	<varlistentry>
+	  <term>host<term>
+	  <listitem>
+	    <para>De regel met <literal>host1</literal> verwijst naar deze
+	      host, het kent deze door het Ethernetadres.  Aangezien het de
+	      zendende host is, weet &os; dat het de teruglus-interface
+	      (<filename>lo0</filename>) moet gebruiken, in plaats van het
+	      over de Ethernet-interface te verzenden.</para>
+
+	    <para>De twee regels met <literal>host2</literal> geven een
+	      voorbeeld van wat er gebeurt als een alias met &man.ifconfig.8;
+	      gemaakt wordt.
+	      Het symbool <literal>=&gt;</literal> na de
+	      interface <filename>lo0</filename> zegt dat niet alleen de
+	      teruglus gebruikt wordt (aangezien dit adres ook verwijst naar
+	      de lokale host), maar specifiek dat dit een alias is.  Zulke
+	      routes verschijnen alleen op de hosts die de alias ondersteunen;
+	      alle andere hosts op het lokale netwerk vermelden simpelweg een
+	      regel met <literal>link#1</literal> voor zulke routes.</para>
+	  </listitem>
+	</varlistentry>
 
-	      <entry>Lokaal1</entry>
+	<varlistentry>
+	  <term>224<term>
+	  <listitem>
+	    <para>De laatste regel (bestemming subnet <systemitem
+		class="ipaddress">224</systemitem>) heeft te maken met
+	      multicasten.</para>
+	  </listitem>
+	</varlistentry>
 
-	      <entry>Ethernet</entry>
-	    </row>
+	<para>Als laatste staan in de kolom <literal>Flags</literal>
+	  verschillende attributen.  Hieronder staat een korte tabel met
+	  enkele van deze vlaggen en hun betekenis:</para>
 
-	    <row>
-	      <entry>Lokaal1</entry>
+	<table xml:id="routeflags" frame="none" pgwide="1">
+	  <title>Vaak voorkomende routing tabel vlaggen</title>
 
-	      <entry>T1-GW</entry>
+	  <tgroup cols="2">
+	    <thead>
+	      <row>
+		<entry>Commando</entry>
+		<entry>Doel</entry>
+	      </row>
+	    </thead>
 
-	      <entry>PPP</entry>
-	    </row>
-	  </tbody>
-	</tgroup>
-      </informaltable>
+	    <tbody>
+	      <row>
+		<entry>U</entry>
+		<entry>Up: De route is actief.</entry>
+	      </row>
 
-      <para>Een veelvoorkomende vraag is <quote>Waarom (of hoe) moet
-	  worden ingesteld dat <systemitem>T1-GW</systemitem> de standaard gateway
-	  is voor <systemitem>Lokaal1</systemitem>, in plaats van de server van
-	  de internetprovider waarmee het verbonden is?</quote>.</para>
-
-      <para>Onthoud dat, aangezien de PPP-interface een adres gebruikt
-	op het lokale netwerk van de internetprovider voor deze kant van
-	de verbinding, routes voor alle andere machines op het lokale
-	netwerk van de internetprovider automatisch aangemaakt worden.
-	Daarom is het al bekend hoe de machine <systemitem>T1-GW</systemitem>
-	bereikt kan worden, dus is de tussenstap dat het verkeer eerst
-	naar de server van de internetprovider gestuurd wordt niet
-	nodig.</para>
-
-      <para>Het is gebruikelijk om het adres <systemitem class="ipaddress">X.X.X.1</systemitem> te gebruiken als het
-	gateway-adres voor het lokale netwerk.  Dus (gebruikmakend van
-	hetzelfde voorbeeld), indien de lokale klasse-C adresruimte
-	<systemitem class="ipaddress">10.20.30</systemitem> was en de
-	internetprovider <systemitem class="ipaddress">10.9.9</systemitem>
-	gebruikte, zouden de standaardroutes als volgt zijn:</para>
+	      <row>
+		<entry>H</entry>
+		<entry>Host: De bestemming van de route is een enkele
+		  host.</entry>
+	      </row>
 
-      <informaltable frame="none" pgwide="1">
-	<tgroup cols="2">
-	  <thead>
-	    <row>
-	      <entry>Host</entry>
+	      <row>
+		<entry>G</entry>
+		<entry>Gateway: Stuur alles voor deze bestemming door naar
+		  dit verre systeem, dat zoekt daar uit waar het verder
+		  naar te sturen.</entry>
+	      </row>
 
-	      <entry>Standaardroute</entry>
-	    </row>
-	  </thead>
-	  <tbody>
-	    <row>
-	      <entry>Lokaal2 (10.20.30.2)</entry>
+	      <row>
+		<entry>S</entry>
+		<entry>Statisch: Deze route was handmatig ingesteld, dus
+		  niet automatisch door het systeem aangemaakt.</entry>
+	      </row>
 
-	      <entry>Lokaal1 (10.20.30.1)</entry>
-	    </row>
+	      <row>
+		<entry>C</entry>
+		<entry>Kloon: Maakt op basis van deze route een nieuwe
+		  route aan voor machines waarmee verbinding wordt
+		  gemaakt.  Dit soort routes wordt gewoonlijk in lokale
+		  netwerken gebruikt.</entry>
+	      </row>
 
-	    <row>
-	      <entry>Lokaal1 (10.20.30.1, 10.9.9.30)</entry>
+	      <row>
+		<entry>W</entry>
+		<entry>WasGekloond: Geeft aan dat een route automatisch
+		  was ingesteld gebaseerd op een LAN (kloon)-route.</entry>
+	      </row>
 
-	      <entry>T1-GW (10.9.9.1)</entry>
-	    </row>
-	  </tbody>
-	</tgroup>
-      </informaltable>
+	      <row>
+		<entry>L</entry>
+		<entry>Verbinding: De route maakt gebruik van verwijzingen
+		  naar Ethernet-hardware.</entry>
+	      </row>
+	    </tbody>
+	  </tgroup>
+	</table>
 
-      <para>De standaardroute kan eenvoudig in <filename>/etc/rc.conf</filename>
-	gedefinieerd worden.  In dit voorbeeld werd de volgende regel aan
-	<filename>/etc/rc.conf</filename> van <systemitem>Lokaal2</systemitem>
-	toegevoegd:</para>
+	<para> Op een &os; systeem, kan de standaard route gedefinieerd worden
+	  in <filename>/etc/rc.conf</filename> Door het opgeven van het
+	  <acronym>IP</acronym> adres van de default gateway:</para>
 
-      <programlisting>defaultrouter="10.20.30.1"</programlisting>
+	<programlisting>defaultrouter="10.20.30.1"</programlisting>
 
-      <para>Het is ook mogelijk dit met het commando &man.route.8;
-	direct vanaf de opdrachtregel te doen:</para>
+	<para>Het is ook mogelijk om de route handmatig toevoegen via
+	  <command>route</command>:</para>
 
       <screen>&prompt.root; <userinput>route add default 10.20.30.1</userinput></screen>
 
-      <para>Voor meer informatie over het handmatig manipuleren van
-	netwerkrouteertabellen kan de hulppagina &man.route.8;
-	geraadpleegd worden.</para>
+      <para>Merk op dat handmatig toegevoegde route een reboot niet zal.
+	overleven.  Voor meer informatie over handmatige manipulatie van netwerk
+	routeringstabellen raadpleeg &man.route.8;.</para>
     </sect2>
 
-    <sect2 xml:id="network-dual-homed-hosts">
-      <title>Dual Homed machines</title>
-
-      <indexterm><primary>dual homed hosts</primary></indexterm>
+    <sect2 xml:id="network-static-routes">
+      <info>
+	<title>Een router configureren met static routes</title>
 
-      <para>Er is nog één andere soort opstelling die
-	behandeld dient te worden, en dat is een host die in twee
-	verschillende netwerken zit.  Technisch gezien telt elke machine
-	die als gateway dienst doet (in bovenstaand voorbeeld door een
-	PPP-verbinding te gebruiken) als een dual-homed host.  Maar de
-	term wordt echt alleen gebruikt om naar een machine te verwijzen
-	die in twee LAN's zit.</para>
-
-      <para>In het ene geval heeft de machine twee Ethernetkaarten,
-	waarbij elke kaart een adres op de gescheiden subnetten heeft.
-	Een alternatief is dat de machine slechts één
-	Ethernetkaart heeft en gebruikt maakt van &man.ifconfig.8;
-	aliasing.  Het eerste wordt gebruikt indien er twee fysiek
-	gescheiden Ethernet-netwerken in gebruik zijn, het laatste
-	indien er één fysiek netwerksegment is, maar er
-	twee logisch gescheiden subnetten zijn.</para>
-
-      <para>In beide gevallen worden er routeertabellen aangemaakt zodat
-	elk subnet weet dat deze machine de gedefinieerde gateway
-	(ingaande route) naar het andere subnet is.  Deze opstelling,
-	waarbij de machine dienst doet als router tussen de twee
-	subnetten, wordt vaak gebruikt voor het implementeren van
-	pakketfilters of firewall-beveiliging in één of
-	beide richtingen.</para>
+	<authorgroup>
+	  <author>
+	    <personname>
+	      <firstname>Al</firstname>
+	      <surname>Hoang</surname>
+	    </personname>
+	    <contrib>Contributed by </contrib>
+	  </author>
+	</authorgroup>
+      </info>
+      <!-- Feb 2004 -->
 
-      <para>Om deze machine daadwerkelijk pakketten te laten forwarden
-	tussen de twee interfaces, moet aan &os; verteld worden dat het
-	deze mogelijkheid aan moet zetten.  In de volgende sectie staan
-	meer details over hoe dit te doen.</para>
-    </sect2>
+      <indexterm>
+	<primary>dual homed hosts</primary>
+      </indexterm>
 
-    <sect2 xml:id="network-dedicated-router">
-      <title>Een router bouwen</title>
+      <para>Een &os; systeem kan worden geconfigureerd als de standaard gateway,
+	of router, voor een netwerk als het een dual-homed systeem is.  Een
+	dual-homed systeem is een host  die zich op ten minste twee
+	verschillende netwerken bevind.  Normaliter wordt elk netwerk verbonden
+	met een aparte netwerkinterface, hoewel ook <acronym>IP</acronym>
+	aliasing kan worden gebruikt om meerdere adressen te configureren, elk
+	op een ander subnet, aan \xe9\xe9n fysieke interface.</para>
 
-      <indexterm><primary>router</primary></indexterm>
+      <indexterm>
+	<primary>router</primary>
+      </indexterm>
 
-      <para>Een netwerkrouter is simpelweg een systeem dat pakketten van
-	de ene naar de andere interface doorstuurt.
-	Internetstandaarden en goede ontwerppraktijken verhinderen het
-	&os; Project dit standaard in &os; aan te zetten.  Deze
-	mogelijkheid kan worden aangezet door de volgende variabele in
-	&man.rc.conf.5; op <literal>YES</literal> in te stellen:</para>
+      <para>Om deze machine daadwerkelijk pakketten te laten forwarden
+	tussen de twee interfaces, moet aan &os; verteld worden dat het
+	deze mogelijkheid aan moet zetten.  Internet normen en goede technische
+	praktijken te voorkomen dat het &os; Project deze functie standaard
+	inschakelt, maar het kan worden geconfigureerd om te starten tijdens het
+	opstarten door het toevoegen van deze regel aan <filename>/etc/rc.conf</filename>:</para>
 
       <programlisting>gateway_enable="YES"	# Op YES instellen indien deze host een gateway is</programlisting>
 
-      <para>Deze optie stelt de &man.sysctl.8; variabele
+      <para>Om nu routing mogelijk te maken, stel de &man.sysctl.8; variabele
 	<varname>net.inet.ip.forwarding</varname> in op
-	<literal>1</literal>.  Indien het nodig is om het routen
-	tijdelijk te stoppen, kan deze variabele tijdelijk op
-	<literal>0</literal> worden teruggezet.</para>
-
-      <indexterm><primary>BGP</primary></indexterm>
-
-      <indexterm><primary>RIP</primary></indexterm>
-
-      <indexterm><primary>OSPF</primary></indexterm>
-
-      <para>De nieuwe router heeft routes nodig om te weten waar het
-	het verkeer naar toe moet sturen.  Voor een eenvoudig netwerk
-	kunnen statische routes gebruikt worden.  &os; wordt met het
-	standaard BSD routeer-daemon &man.routed.8; geleverd, dat
-	RIP (zowel versie 1 en versie 2) en IRDP spreekt.  Ondersteuning
-	voor BGP v4, OSPF v2, en andere slimme routeerprotocollen is
-	beschikbaar via het pakket <package>net/zebra</package>.  Ook zijn
-	commerciële producten als
-	<application>&gated;</application> beschikbaar voor complexere
-	netwerkrouteer-oplossingen.</para>
-    </sect2>
+	<literal>1</literal>.  Om routing stoppen, reset deze variabele naar
+	<literal>0</literal>.</para>
 
-    <sect2 xml:id="network-static-routes">
-      <info><title>Statische routes opzetten</title>
-	<authorgroup>
-	  <author><personname><firstname>Al</firstname><surname>Hoang</surname></personname><contrib>Bijgedragen door </contrib></author>
-	</authorgroup>
-      </info>
-      <!-- Feb 2004 -->
+      <indexterm>
+	<primary>BGP</primary>
+      </indexterm>
+      <indexterm>
+	<primary>RIP</primary>
+      </indexterm>
+      <indexterm>
+	<primary>OSPF</primary>
+      </indexterm>
 
-      
+      <para>De routeringstabel van een router heeft aanvullende routes nodig,
+	zodat het weet hoe andere netwerken te bereiken.  Routes kunnen ofwel
+	handmatig toegevoegd worden met statische route of routes kunnen
+	automatisch geleerd worden met behulp van een routing protocol.
+	Statische routes zijn geschikt voor kleine netwerken en dit deel
+	beschrijft hoe je een statische route toevoegd voor een klein netwerk.</para>
 
-      <sect3>
-	<title>Handmatige configuratie</title>
+      <note>
+	<para>Voor grote netwerken, worden statische routes al snel
+	  onschaalbaar.  &os; wordt geleverd met de standaard
+	  <acronym>BSD</acronym> routing daemon &man.routed.8;, die
+	  zorgt voor de routing protocollen <acronym>RIP</acronym>,
+	  versies 1 en 2, en <acronym>IRDP</acronym>.  Ondersteuning voor
+	  de <acronym>BGP</acronym> en <acronym>OSPF</acronym>
+	  routeringsprotocollen kan worden geïnstalleerd met het
+	  <package>net/zebra</package> pakket.</para>
+      </note>
 
-	<para>Er wordt van het volgende netwerk uitgegaan:</para>
+      <para>Stel je het volgende netwerk voor:</para>
 
-	<mediaobject>
-	  <imageobject>
-	    <imagedata fileref="advanced-networking/static-routes"/>
-	  </imageobject>
+      <mediaobject>
+	<imageobject>
+	  <imagedata fileref="advanced-networking/static-routes"/>
+	</imageobject>
 
-	  <textobject>
-	    <literallayout class="monospaced">
+	<textobject>
+	<literallayout class="monospaced">
     INTERNET
-      | (10.0.0.1/24) Standaardrouter naar Internet
+      | (10.0.0.1/24) Standaard router naar het Internet
       |
       |Interface xl0
       |10.0.0.10/24
@@ -540,8 +445,8 @@ host2.example.com link#1             UC 
       | 192.168.1.1/24
       |
   +--------------------------------+
-   Intern Net 1        | 192.168.1.2/24
-                       |
+   Intern Net 1      | 192.168.1.2/24
+                      |
                    +------+
                    |      | RouterB
                    |      |
@@ -549,115 +454,83 @@ host2.example.com link#1             UC 
                        | 192.168.2.1/24
                        |
                      Intern Net 2</literallayout>
-	  </textobject>
-	</mediaobject>
+	</textobject>
+      </mediaobject>
 
-	<para>In dit scenario is <systemitem>RouterA</systemitem> een
-	  &os;-machine die dienst doet als router naar de rest van het
-	  Internet.  Het heeft een standaardroute ingesteld op <systemitem class="ipaddress">10.0.0.1</systemitem>, dat het in staat stelt om
-	  verbindingen met de buitenwereld te maken.  Er wordt
-	  aangenomen dat <systemitem>RouterB</systemitem> reeds juist is
-	  ingesteld en dat het weet hoe het waar naar toe moet gaan.  (In
-	  dit plaatje is dit simpel.  Voeg een standaardroute op
-	  <systemitem>RouterB</systemitem> toe door <systemitem class="ipaddress">192.168.1.1</systemitem> als gateway te
-	  gebruiken.)</para>
+      <para>In dit scenario is <systemitem>RouterA</systemitem> een
+	&os; machine die dienst doet als een router naar de rest van het
+	Internet.  Het heeft een standaardroute ingesteld op <systemitem
+	  class="ipadres">10.0.0.1</systemitem> dat het in staat stelt om
+	verbindingen met de buitenwereld te maken.
+	<systemitem>RouterB</systemitem> is al geconfigureerd om te gebruiken
+	<systemitem class="ipadres">192.168.1.1</systemitem> als zijn
+	standaard gateway.</para>
 
-	<para>De routeertabel voor <systemitem>RouterA</systemitem> zou er
-	  ongeveer als volgt uitzien:</para>
+      <para>Voor het toevoegen van statische routes, ziet de routeertabel op
+	<systemitem>RouterA</systemitem> er als volgt uit:</para>
 
-	<screen>&prompt.user; <userinput>netstat -nr</userinput>
+      <screen>&prompt.user; <userinput>netstat -nr</userinput>
 Routing tables
 
 Internet:
 Destination        Gateway            Flags    Refs      Use  Netif  Expire
 default            10.0.0.1           UGS         0    49378    xl0
 127.0.0.1          127.0.0.1          UH          0        6    lo0
-10.0.0.0/24          link#1             UC          0        0    xl0
-192.168.1.0/24       link#2             UC          0        0    xl1</screen>
+10.0.0.0/24        link#1             UC          0        0    xl0
+192.168.1.0/24     link#2             UC          0        0    xl1</screen>
 
-	<para>Met de huidige routeertabel is <systemitem>RouterA</systemitem>
-	  niet in staat om Intern Net 2 te bereiken.  Het heeft geen
-	  route voor <systemitem class="ipaddress">192.168.2.0/24</systemitem>.  Een
+      <para>Met de huidige routeertabel is <systemitem>RouterA</systemitem>
+	niet in staat om Intern Net 2 te bereiken.  Het heeft geen
+	route voor <systemitem class="ipaddress">192.168.2.0/24</systemitem>.  Een
 	  manier om dit te verhelpen is om de route handmatig toe te
 	  voegen.  Het volgende commando voegt het netwerk Intern Net 2
 	  toe aan de routeertabel van <systemitem>RouterA</systemitem> door
 	  <systemitem class="ipaddress">192.168.1.2</systemitem> als de volgende hop
 	  te gebruiken:</para>
 
-	<screen>&prompt.root; <userinput>route add -net 192.168.2.0/24 192.168.1.2</userinput></screen>
-
-	<para>Nu kan <systemitem>RouterA</systemitem> elke host op het netwerk
-	  <systemitem class="ipaddress">192.168.2.0/24</systemitem> bereiken.</para>
-      </sect3>
-
-      <sect3>
-	<title>Persistente configuratie</title>
-
-	<para>Bovenstaand voorbeeld is perfect voor het instellen van
-	  een statische route op een draaiend systeem.  Een probleem is
-	  dat de routeerinformatie verdwijnt indien de &os;-machine
-	  opnieuw wordt opgestart.  Aanvullende statische routes kunnen in
-	  <filename>/etc/rc.conf</filename> opgenomen worden:</para>
-
-	<programlisting># Voeg Intern Net 2 als een statische route toe
-static_routes="internnet2"
-route_internnet2="-net 192.168.2.0/24 192.168.1.2"</programlisting>
-
-	<para>De instellingsvariabele <literal>static_routes</literal>
-	  is een lijst van strings gescheiden door een spatie.  Elke
-	  string verwijst naar een routenaam.  Bovenstaand voorbeeld
-	  heeft slechts één string in
-	  <literal>static_routes</literal>.  Dit is de string
-	  <replaceable>internnet2</replaceable>.  Vervolgens wordt een
-	  instellingsvariabele
-	  <literal>route_internnet2</literal>
-	  toegevoegd waarin alle instellingsparameters staan die aan
-	  het commando &man.route.8; moeten worden doorgegeven.  Voor
-	  bovenstaand voorbeeld zou het volgende commando zijn
-	  gebruikt:</para>
-
-	<screen>&prompt.root; <userinput>route add -net 192.168.2.0/24 192.168.1.2</userinput></screen>
+      <screen>&prompt.root; <userinput>route add -net 192.168.2.0/24 192.168.1.2</userinput></screen>
 
-	<para>Dus is <literal>"-net 192.168.2.0/24 192.168.1.2"</literal>
-	  nodig.</para>
+      <para>Nu kan <systemitem>RouterA</systemitem> elke host op het netwerk
+	<systemitem class="ipaddress">192.168.2.0/24</systemitem> bereiken.
+	Toch zal de routeerinformatie verdwijnen als het &os; systeem
+	herstart.  Als een statische route blijvend onthouden moet
+	worden, voeg het dan toe aan <filename>/etc/rc.conf</filename>:</para>
+
+      <programlisting># Voeg Intern Net 2 als blijvende statische route toe
+static_routes="internalnet2"
+route_internalnet2="-net 192.168.2.0/24 192.168.1.2"</programlisting>
+
+      <para>De instellingsvariabele <literal>static_routes</literal>
+	is een lijst van strings gescheiden door een spatie.  Elke
+	string verwijst naar een routenaam.  De string
+	<literal>route_<replaceable>internnet2</replaceable></literal>
+	bevat de statische route voor die route naam.</para>
+
+
+      <para>Het gebruik van meer dan één string in
+	<literal>static_routes</literal> creëert meerdere statische
+	routes.  Het volgende toont een voorbeeld van het toevoegen van
+	statische routes voor het <systemitem
+	  class="ipadres">192.168.0.0/24</systemitem> en
+	<systemitem class="ipadres">192.168.1.0/24</systemitem>
+	netwerken:</para>
 
-	<para>Zoals hierboven is vermeld is het mogelijk om meerdere
-	  strings in <literal>static_routes</literal> te hebben.  Dit
-	  maakt het mogelijk om meerdere statische routes aan te maken.
-	  De volgende regels geven een voorbeeld van het toevoegen van
-	  statische routes voor de netwerken <systemitem class="ipaddress">192.168.0.0/24</systemitem> en <systemitem class="ipaddress">192.168.1.0/24</systemitem> op een denkbeeldige
-	  router:</para>
-
-	<programlisting>static_routes="net1 net2"
+      <programlisting>static_routes="net1 net2"
 route_net1="-net 192.168.0.0/24 192.168.0.1"
 route_net2="-net 192.168.1.0/24 192.168.1.1"</programlisting>
-      </sect3>
     </sect2>
 
-    <sect2 xml:id="network-routing-propagation">
-      <title>Routes propageren</title>
-
-      <indexterm><primary>routes propageren</primary></indexterm>
-
-      <para>Er is al gesproken over hoe routes naar de buitenwereld te
-	definiëren, maar niet over hoe de buitenwereld ons kan
-	vinden.</para>
-
-      <para>Het is al bekend dat routeertabellen aangemaakt kunnen
-	worden zodat al het verkeer voor een bepaalde adresruimte (in
-	ons voorbeeld een klasse-C subnet) naar een bepaalde host op dat
-	netwerk gezonden kan worden, dat de ingaande pakketten
-	doorgeeft.</para>
+    <sect2 xml:id="network-routing-troubleshooting">
+      <title>Problemen oplossen</title>
 
       <para>Wanneer een adresruimte aan een site wordt toegewezen, stelt
 	de serviceprovider al hun routeertabellen zodanig in dat al het
 	verkeer voor het bijhorende subnet naar de PPP-verbinding van de
 	site gezonden wordt.  Maar hoe weten sites door het land heen
-	hoe naar de internetprovider van deze site te versturen?</para>
+	hoe naar de <acronym>ISP</acronym> van deze site te versturen?</para>
 
-      <para>Er bestaat een systeem (dat veel lijkt op de gedistribueerde
-	DNS-informatie) dat alle toegewezen adresruimtes bijhoudt, en
-	hun verbindingspunt met de Internet Backbone definieert.  De
+      <para>Er bestaat een systeem dat alle toegewezen adresruimtes bijhoudt,
+	en hun verbindingspunt met de Internet Backbone definieert.  De
 	<quote>Backbone</quote> zijn de grote kabels die Internetverkeer
 	door het land en over de wereld sturen.  Elke backbone-machine
 	heeft een kopie van een master-verzameling van tabellen, die
@@ -670,38 +543,33 @@ route_net2="-net 192.168.1.0/24 192.168.
 	backbone-sites aan te geven dat zij het verbindingspunt (en dus
 	het ingaande pad) zijn voor de site.  Dit staat bekend als
 	routepropagatie.</para>
-    </sect2>
-
-    <sect2 xml:id="network-routing-troubleshooting">
-      <title>Problemen oplossen</title>
 
-      <indexterm><primary><command>traceroute</command></primary></indexterm>
+      <indexterm>
+	<primary>&man.traceroute.8</primary>
+      </indexterm>
 
       <para>Soms is er een probleem met routepropagatie en kunnen
 	sommige sites geen verbinding maken.  Misschien is het nuttigste
 	commando om proberen uit te zoeken waar het routen misgaat
-	&man.traceroute.8;.  Het is ook nuttig als er geen verbinding
-	mogelijk lijkt met een verre machine (dus als &man.ping.8;
+	<command>traceroute</command>.  Het is ook nuttig als er geen verbinding
+	mogelijk lijkt met een verre machine (dus als <command>ping</command>
 	faalt).</para>
 
-      <para>Het commando &man.traceroute.8; wordt gedraaid met de naam
+      <para>Het commando <command>traceroute</command> wordt gedraaid met de naam
 	van de verre host waarmee geprobeerd wordt te verbinden.  Het
 	laat de gateway-hosts zien langs het gepoogde pad, dat

*** DIFF OUTPUT TRUNCATED AT 1000 LINES ***



Want to link to this message? Use this URL: <https://mail-archive.FreeBSD.org/cgi/mid.cgi?201510301238.t9UCcRhC015601>